Genesis 46:2

SVEn God sprak tot Israel in gezichten des nachts, en zeide: Jakob, Jakob! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik!
WLCוַיֹּ֨אמֶר אֱלֹהִ֤ים ׀ לְיִשְׂרָאֵל֙ בְּמַרְאֹ֣ת הַלַּ֔יְלָה וַיֹּ֖אמֶר יַעֲקֹ֣ב ׀ יַעֲקֹ֑ב וַיֹּ֖אמֶר הִנֵּֽנִי׃
Trans.wayyō’mer ’ĕlōhîm ləyiśərā’ēl bəmarə’ōṯ hallayəlâ wayyō’mer ya‘ăqōḇ ya‘ăqōḇ wayyō’mer hinnēnî:

Algemeen

Zie ook: Jakob

Aantekeningen

En God sprak tot Israel in gezichten des nachts, en zeide: Jakob, Jakob! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

sprak

אֱלֹהִ֤ים׀

En God

לְ

-

יִשְׂרָאֵל֙

tot Israël

בְּ

-

מַרְאֹ֣ת

in gezichten

הַ

-

לַּ֔יְלָה

des nachts

וַ

-

יֹּ֖אמֶר

en zeide

יַעֲקֹ֣ב׀

Jakob

יַעֲקֹ֑ב

Jakob

וַ

-

יֹּ֖אמֶר

En hij zeide

הִנֵּֽנִי

Zie


En God sprak tot Israel in gezichten des nachts, en zeide: Jakob, Jakob! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik!


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!